Het passeren van de politie bij de Servische grens gaat makkelijk. Helaas willen de customs wel onze auto inspecteren. Er staan 7 man klaar, waarvan er één goed Engels spreekt. Ze zijn allemaal erg aardig. Co is druk bezig om alles te laten zien, als Eef de tolk meeneemt naar de motorkap om de landkaart te laten zien. Prompt staan ze allemaal bij Eef, en hoeven we verder niets meer te laten zien . Ook in Servië regent het helaas. Heel apart om hier te rijden, we hadden er niet echt een voorstelling bij. Het is ook moeilijk te beschrijven hoe het is. Het eerste stuk is over het platteland, vrij vlak en veel landbouw (zonnebloemen, mais). Dan komen we aan in Belgrado, wat een grote stad! We rijden door naar onze camping die in Zemun ligt, net buiten de stad aan de Donau. Een erg mooie en rustige camping. Het is er erg vochtig van de regen en met al dat water van de Donau en we zien de muggen op ons afstormen. We schrijven nog even aan ons blog bij de receptie en we zijn moe en gaan vroeg naar bed. Buiten op de tent zitten duizenden muggen. We doen de lamp aan en het ziet ook zwart van de muggen op het gaasraam aan de buitenkant. Dan de lamp uit welterusten en slapen. Slapen nou dat gaat even niet. De muggen zoeken de kleinste openingen om binnen te komen. We zien ze zelfs door de scharnieropeningen komen Inmiddels hebben we tientallen muggen in de tent. We gaan eerst maar eens alle openingen sluiten. Normaal hebben we nooit last van muggen in de tent, maar deze fanatieke krengen willen perse naar binnen. We balen er wel van, dit zijn gelukkig geen malaria muggen – maar toch. Nadat we alles hebben afgesloten met keukenrol en kleding, gaan we op muggenjacht en na ruim 2 uur zeggen we weer welterusten en gaan slapen. Dat was me het avondje wel. De volgende morgen rest ons de tent schoon te vegen van alle muggenlijkjes en allemaal bloedsporen van het tentzeil af te halen Als alles klaar is, gaan we Belgrado in om de stad te verkennen. We parkeren onze auto bij een groot Romeins fort en wandelen hier doorheen. Belgrado dankt haar naam aan de witte kleur van dit fort, Belgrado betekent namelijk “de witte stad”.Het fort ligt iets hoger dan de stad en we hebben een mooi uitzicht op het punt waar de Savarivier uitmondt in de Donau. De naam van het natuurlijk eiland dat hierdoor is ontstaan is: Ada Ciganlija.Het fort ligt in een stadspark Kalemegdan, dat voor iedereen vrij toegankelijk is. Er hangt een hele gemoedelijke, plezierige sfeer. We lopen via het park de hoofdstraat in. Dit was ook in de Romeinse tijd de hoofdweg en nu een wandelgebied. Daar eerst maar een kop koffie. Op een gezellig terrasje zien we langzaam het ontwaken van Belgrado want het is nog vroeg Rond 10 uur gaan de winkels open, de terrasjes worden klaargemaakt, de ijsbakken gevuld. De mensen zijn erg vriendelijk en het voelt gezellig en fijn aan. Na de koffie lopen we de winkelstraat uit naar het paleis van president Tomislav Nikolic. Het is wel apart dat iedereen hier gewoon langsloopt, dat is in veel landen echt anders! Co vraagt of hij foto’s mag maken en ook dat is geen enkel probleem. Het paleis ligt aan een mooi park. Aan de overkant zien we het parlementsgebouw liggen en we wandelen de trap met rode loper op. Helaas worden we bij de ingang tegengehouden, omdat het parlement niet toegankelijk is voor publiek. We lopen dwars door de stad en zien in de verte de Orthodoxe kathedraal van de heilige Sava. Sava was de stichter van de Orthodoxe kerk in Servië, de eerste aartsbisschop en schutspatroon van het land. Dit is de grootste kerk van Zuid-Europa en het grootste orthodoxe kerkgebouw in de wereld.De bouw van deze schitterende kerk is begonnen in 1935, werd vertraagd door de oorlog en was klaar in 2004. Het heeft de vorm van een Grieks kruis. De gevel is uitgevoerd in wit marmer en graniet. Het interieur moet echter nog worden afgemaakt, er komen immense mozaïeken..
Er komen veel vrouwen de kerk bezoeken. Ze lopen naar een icoon, kussen die heftig, slaan vele kruistekens en gooien geld in de pot ernaast. Zo gaan ze een tiental iconen langs en bij de één blijven ze wat langer hangen dan bij de ander. Erg interessant om te zien.Wij steken beiden een kaarsje aan, voor familie, vrienden en kennissen en degenen die ons zijn ontvallen. Het is een stevige wandeling terug naar de auto, zo’n 5 km. We lunchen bij het fort en vertrekken dan richting Tara. Tara is een Nationaal natuurpark en ligt aan de grens met Bosnië (vlakbij Srebrenica). De route is imponerend. Een groot deel gaat over dirt road. Hellingen vol met rijen frambozen struiken, vol met rijpe frambozen. Overal is men druk aan het plukken. Dan zien we ineens 2 mannen bij een veld staan. Er liggen allemaal schalen met worst en kaas en grote broden op de grond, de lunch voor de plukkers. We vragen of we wat frambozen kunnen kopen. Ja dat kan maar we moeten ze zelf plukken. Co stapt uit en plukt samen met van één van de mannen een mooie bak vol frambozen. Als we vragen wat we moeten betalen zegt hij uitdrukkelijk dat dit van hen voor ons is. Langs de route staan ook veel hooibergjes. De manier van opbouwen van het hooi is apart.Tara is een prachtig natuurgebied en we rijden er met plezier doorheen. Het wordt al wat later en we zoeken een camping. Volgens ons boekje zouden er campings moeten zijn, er is echter niets te vinden. We komen bij een klein dorpje en vragen bij een huis of we de nacht op hun terrein mogen doorbrengen. De man ziet geld in ons en zegt dat hij ook kamers verhuurt en douches heeft. Maar we slapen liever in onze eigen tent, en dat is ok. Eef loopt met de man mee naar binnen om op een kaart te bekijken waar we zijn, want wij hebben daar niet zo’n idee van. Co heeft de auto neergezet en probeert eruit te komen, maar dat lukt niet. Er hebben zich duizenden zwarte agressieve vliegen om zijn auto heen verzameld en als hij probeert uit te stappen wordt hij aangevallen en gestoken. Co toetert en maak Eef duidelijk dat dit niet zijn plek is. We vertrekken direct en zeggen de man dat als we niets anders vinden we wel terugkomen. Niet dus. Wegwezen. We rijden een bergweg naar beneden en zien in het dal een grote stuwdam. Misschien dat we hier iets kunnen vinden aan het water? Inderdaad we vinden een prachtige plek aan de rivier de Drina, waar we ons kamp opslaan voor de komende nacht. Er staat zelfs een picknickbank met een dakje erboven. We zitten lekker aan het water, met een waterval en springende vissen op de achtergrond, te genieten van ons avondeten. We slapen heerlijk en het wildkamperen bevalt ons best. We hadden graag nog een ander gedeelte van het park bezocht waar nog beren en lynxen leven, maar het park is te groot om alles te kunnen doen. Het duurt even voordat we die ochtend uit het park zijn, het is wat lastig de juiste route te vinden. In de bossen wordt hard gewerkt aan het kappen en wegslepen van bomen. Als we een tijdje later door een plaatsje rijden, willen we een foto maken van de houtverwerking. We worden direct gesommeerd om door te rijden en geen foto’s te maken. Komt een beetje raar over op ons.We rijden verder door naar het Zuiden waar we nog een nachtje in Servië willen overnachten. Het is een mooie route. We rijden met veel plezier nog door de natuur van Servië.en willen overnachten in Prijepolje. We vragen naar een camping en worden vervolgens diep de bergen ingestuurd. Van een weg, naar een dirt road, naar een karrepad en na 20 kilometer nog geen camping te zien, dus omgedraaid. We verwachten langs de weg naar de grens nog wel iets te vinden, helaas nergens een camping te vinden. Het enige wat er is is naast een hotel een parkeerplaats voor vrachtwagens met veel vuil. Het trekt ons niet en we rijden verder en gaan de grens over. We hebben erg genoten van Servië.
Dovidjenja srbiju!
Voor meer foto’s zie map 16. Serbia in de Gallery.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten