Ongelooflijk dat we in Bosnië Herzegovina rijden. Bij de grens krijgen we een stempel en mogen we zo doorrijden. Van de landen in deze regio heeft Bosnië de slechtste reputatie. Maar gezien het feit dat wij zelf uit een fantastisch land komen dat toch in andere landen een slechte reputatie heeft, weten we dat we ons daar niet door moeten laten leiden. We vervolgen de mooie route over een hele slechte weg, langs de rivier die inmiddels de Drina heet. Eigenlijk moeten we aan de overkant van de rivier zijn, maar de bruggen in dit gebied zijn in de oorlog kapotgeschoten en we moeten dus een heel stuk op deze oever rijden voor we kunnen oversteken. In Foça zien we een ATM waar we wat Bosnisch geld trekken. Eef vraagt aan een voorbijganger wat de koers is, want dat weten we niet. Wat is het leven toch makkelijk als je gewoon geld uit de muur kunt trekken We rijden net buiten Foça naar her dorpje Patkovina, waar de camping is aan de rivier de Drina. Weer een heerlijk plekje. Co braadt het vlees dat we vanochtend gekocht hebben en maakt een enorme berg vruchtensalade voor een paar dagen (wat compensatie voor de weinige groenten). Eef zoekt ondertussen wat informatie over Bosnië op de laptop. Als we de volgende morgen wegrijden schijnt het zonnetje heerlijk. Lang hebben we er echter geen plezier van, want na 15 minuten rijden we ruim 1 1/2 uur door een diepe kloof met veel tunnels. De zijkanten van de rotsen zijn erg brokkelig en men heeft deze rotsen totaal ingepakt in stalen netten met aan de onderkant beton blokken. Hierdoor hangen de netten strak naar beneden en als er toch brokken los komen worden die door de netten opgevangen, om ongelukken te voorkomen.
Vlak voor Sarajevo komen we uit de kloof en rijden we met het zonnetje in de auto de hoofdstad binnen. Ooit was deze stad het decor voor de Olympische Winterspelen, later werd de stad het trieste middelpunt van de Bosnische oorlog. Na deze oorlog heeft de stad zich goed hersteld en tegenwoordig is het zelfs één van de sterkste economieën in de Balkan. We rijden naar de oude binnenstad en parkeren daar onze auto. We lopen gezellig door het oude centrum. Eerst over de plaatselijke markt, waar we de groente en fruit verkoop bekijken. Sigaretten worden gerold waar je bij staat. Ook langs de straten wordt er veel lokale groenten en fruit verkocht. Wat opvalt is dat de oude binnenstad vooral bestaat uit restaurantjes en souvenirwinkels en dat er nog maar weinig mensen wonen. De smalle kronkelige straatjes ademen een echte oriëntaalse sfeer. Dit was het economisch centrum van Sarajevo in de tijd dat Bosnië onder Osmaans bestuur stond. Het is er gezellig en er zijn veel toeristen. Met de kopersmeden, gegraveerde schalen, koffiepotten, Turkse koffie met zoete Turkse lekkernijen en waterpijpen waan je je terug in die tijd. De Bosnische keuken heeft trouwens ook duidelijk Turkse invloeden. De trams worden hier veel gebruikt en hebben primaire kleuren.We zien op het Duivenplein de waterpomp Sebilj, die in 1753 werd aangelegd. Ook lopen we langs de Moskee van Havadze Durak uit 1530. Eef heeft haar hoofddoek helaas niet bij zich, dus verder dan de poort komen we niet. De overgang naar het Habsburgse gedeelte van de stad gaat abrupt. Opeens maken de kleine Turkse huisjes plaats voor statige panden. Zoals het voormalig stadhuis, waar tegenwoordig de Nationale Bibliotheek is gevestigd. Nadat we tegenover de Katholieke kathedraal genoten hebben van onze thee en koffie, rijden we tegen de middag weer verder. In de oude gebouwen en kerken zijn nog wel kogelgaten te zien van de oorlog. We komen nu door een heel ander deel van de stad met grote grijze woonflats. Ook zien we de buitenwijken van Sarajevo tegen de heuvels liggen. Dat doet meer denken aan bergdorpjes. Kortom een stad met veel gezichten. Dan rijden we richting Mostar op zoek naar onze camping Oaze die langs deze weg moet liggen. We vinden hem aan de rivier Jablanicko jezero. Het is erg warm en drukkend weer. Heerlijk om in de schaduw aan het water te staan. Eef neemt een duik, maar Co ziet het groene water met waterplanten niet zo zitten Er is alleen een koude buitendouche, maar dat is met dit weer geen probleem! Het blijft warm ook gedurende de nacht en ’s morgens starten we met 18 graden. We blijven de rivier volgen en zien onderweg verschillende forellenkwekerijen. Na een uurtje als we Mostar binnenrijden, is het al 30 graden. Mostar is in de burgeroorlog van Bosnië het zwaarst getroffen. 80% van de huizen was vernield en vele duizenden mensen zijn omgekomen in deze oorlog. In de stad zijn de sporen van het oorlogsgeweld goed zichtbaar. Ook de Stari Most (de oude brug) uit 1566 over de rivier Neretva werd totaal vernield (zie You Tube https://youtu.be/V-aLuhS9HGU) . De brug is inmiddels weer opgebouwd. We lopen op, over en beneden de brug. Het is indrukwekkend, zowel historisch als bouwkundig. Als we door de oude binnenstad lopen is de Turkse invloed weer duidelijk aanwezig. Het barst er van de souvenirwinkels, niet echt aan ons besteed. Al koopt Eef wel een klein doosje waar ze ‘s nachts haar oorbellen en kettinkje in kan bewaren. We bezoeken de Koski Mehmed-Pasha Moskee en de daarbij behorende minaret. Deze moskee zie je onder de brug door in de verte liggen.Het is een hele klim omhoog. Boven hebben we een prachtig uitzicht op de brug en over de rest van de stad. Ook bezoeken we nog een fototentoonstelling over de oorlog. Wat een ellende. We denken weer terug aan de beelden op de Nederlandse televisie van destijds, deze oorlog hebben we beiden zeer bewust meegemaakt. We zien een foto van de moskee, die we zojuist bezocht hebben en die dus inmiddels gerenoveerd is. Daarna lopen we door een “stadspark” wat gebruikt is om oorlogsslachtoffers van Mostar te begraven. De mensen komen er weer langzaam bovenop. Een jonge vrouw vertelt ons dat de opbouw van de kapotte huizen langzaam gaat en dat er veel geld verdwijnt door corruptie. In Mostar leven momenteel Bosniakken (moslims) in het Oosten en Kroaten in het Westen van de stad. Ook is er een hele kleine Servische gemeenschap, de meeste Serven zijn echter naar het Oosten van Bosnië of naar Servië gegaan. Na enige uren vertrekken wij weer uit Mostar met een dubbel gevoel. Goed te zien dat er weer wederopbouw is en de andere kant erg onder de indruk van al het geweld wat hier heeft plaatsgevonden. We vinden een camping in Blagaj. Het is weer verschrikkelijk heet en we zijn dus blij met de appelbomen naast de tent.
De volgende morgen zijn we al vroeg op weg. Vlakbij de camping ligt een nationaal monument: Tekke (Dervish klooster). Het ligt op de plaats waar de Buna rivier uit de bergen (grot) ontspringt. De Soefische moskee is gebouwd rond 1470 met Ottomaanse en Mediterrane elementen. Het is er nog zo stil dat zelfs het personeel nog niet aanwezig is. We hebben dus mooi de gelegenheid om overal rond te kijken. We lopen eerst naar het huis zelf, maar helaas is dit nog niet open. Het lijkt ons mooier om het van de overkant van het water te zien, dus we steken met een bruggetje de rivier over. En dan vinden we onze weg door diverse restaurantjes over terrasjes. Vanaf hier hebben we een mooie plek van de omgeving met het huis te genieten. Daarna rijden we met onze vertrouwde GPS over de binnenwegen. We passeren dorpjes en zien veel landbouw: wijngaarden, fruitbomen en tabaksplanten. Ook zien we het drogen van de tabaksbladeren. Onze laatste stop in Bosnië is in Trebinje, waar we koffiedrinken en even wat boodschappen doen om van ons Bosnische geld af te komen. Ook tanken we, met onze hoeveelheden diesel scheelt 20 cent op een liter een hoop. Bij de pomp komt iedereen kijken naar de landkaart. Dan rijden we verder richting Kroatië. We passeren de Bosnische grens en verlaten ook dit voormalig Joegoslavische land met een goed gevoel. Wat een natuur: rivieren, meren en bergen!
Bosna zbgom!
Voor meer foto’s zie map 18. Bosnia Herzegcovina in de Gallery.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten