Via een binnendoor weggetje arriveren we bij Piwniczna in Polen. De omgeving, de sfeer en de mensen zijn totaal anders dan in Slowakije. Ons bevalt het beter!We rijden via een bergweg richting Krakow. Het is duidelijk merkbaar we in een katholiek land zijn en we zien overal afbeeldingen en beelden van Paus Johannes Paulus II. We vinden een mooie plek in de tuin bij een pension, 15 km. voor Krakow. Als we de volgende ochtend de tuin uitlopen om de bus te nemen naar Krakow zien we hem al aankomen. Even rennen en we zitten in de bus. Halverwege moeten we overstappen op de tram. Eef koopt tickets bij een kleine kiosk en we lopen naar de tram die ons naar het centrum brengt. Binnen een half uur zijn we van de camping in de stad. Wel een rustig idee dat de auto geparkeerd staat bij het pension. Als eerste lopen we naar kasteel Wawel. Het is nog voor negen uur, toch staat er als het loket opengaat al een behoorlijke rij. We kopen onze tickets en daarop staat ook vermeld hoe laat je waar moet zijn voor diverse rondleidingen. Erg professioneel. Ook staan er elektronische borden die aangeven hoeveel tickets er voor welke tour nog beschikbaar zijn. Er is door de eeuwen heen van alles hier gebouwd en er zijn dan ook veel verschillende stijlen. We bezoeken eerst de kathedraal en kunnen meteen door naar de staats appartementen. Binnen blijkt dat we geen foto’s mogen maken. Vreemd hoor, zo mag je bijvoorbeeld in het Amsterdams Rijksmuseum overal fotograferen. Denk niet, het lukt wel om een foto te nemen; er staan tientallen suppoosten. Dan is het tijd voor koffie en we lopen daarna meteen door naar de Sandomierska Toren, uit 1460. Vanuit de top hebben we schitterend uitzicht op het kasteel en de stad. Dan is het alweer tijd voor onze rondleiding door de Koninklijke Privé appartementen. Bijna in iedere zaal zijn kunstwerken en meubelstukken uit Nederland te zien. Co zegt tegen de gids dat hij dat niet begrijpt. Wat blijkt: toen de laatste koning Sigismund III Vasa verhuisde, heeft hij al het interieur meegenomen om zijn paleis in Warschau in in te richten. Voor die tijd is alles al een aantal keer platgebrand. Ook heeft het Oostenrijkse leger er zijn kampement opgeslagen, waarbij met witte verf bijna alle fresco’s zijn overgeschilderd. Kortom, er was bijna niets van het gebouw en de inrichting over. De Poolse bevolking heeft het begin 1900 weer opgebouwd en op allerlei veilingen het interieur aangeschaft om het geheel op te leuken. Vandaar de Nederlandse schilderijen en meubels. Maar zegt de gids, het is wel allemaal uit de 16 en 17e eeuw hoor. Ja, ja. Na enkele uren verlaten we het kasteel met zijn diverse gebouwen en wandelen we de stad in. De binnenstad staat op de Unesco lijst. Overal zien we weer afbeeldingen van de Paus Johannes Paulus II. We komen ook langs het huis waar hij gewoond heeft als kardinaal, voordat hij werd benoemd als Paus. Er zijn veel kerken in Krakow, de Maria Basiliek is de moeite waard om te bezoeken vanwege het Maria-altaar van Veit Stosz. Het is het grootste altaar van Europa, gemaakt van eiken- en lindenhout. We zien veel mensen omhoog staan kijken als we de kerk uitkomen. Wat blijkt: al sinds de XIV eeuw klinkt op het hele uur trompetter geschal vanuit een torentje. Midden op het marktplein ligt de ‘Cloth Hall’, een overdekte markt die al in de middeleeuwen bestond. Door het centrum rijden koetsjes de bezoekers rond en er zijn ook kleine elektrische auto’s die dat doen. Vlak daarbij is de ‘City Hall’, waar alleen nog de toren van over is. Zo lopen we op ons gemak door de stad. We eten een broodje op een pleintje. Als laatste in deze wijk lopen we naar de Florian Gate, en vanaf daar lopen we weer helemaal terug naar het kasteel. Aan de andere kant van het kasteel ligt de Joodse wijk. We lopen langs verschillende synagoges en we bezoeken de Tempel synagoge. Co moet zijn hoofd bedekken met een keppeltje. Erg interessant om hier te zijn. We bezoeken ook een Joodse begraafplaats, waar een monument staat ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Holocaust. Aan de overkant van de rivier de Wista ligt de Joodse wijk waar de Schindler fabriek is. Schindler die Joodse mensen daar liet werken en zo probeerde hen uit handen van de Duitsers te houden of erger nog te behoeden voor de concentratiekampen. Bij de ingang hangen foto’s van hen.Het loopt al tegen de avond als we besluiten terug te gaan. We pakken de tram en stappen over op de bus naar het pension. Een vermoeiende en interessante dag brengt ons na de maaltijd al vlug in slaap.
We ontbijten in de tuin bij het pension en pakken alles in. We krijgen een potje eigengemaakte honing mee van de zoon van de eigenaar.Een kilometer of 10 verderop ligt de Wieliczka zoutmijn. Deze mijn is één van de oudste mijnen in de wereld; in 1044 werd er al zout gewonnen!We kunnen met de eerste Engelstalige groep mee, we lopen naar binnen en dalen diep af in de mijn. In 2,5 uur leidt de gids ons door het gangenstelsel van de mijnen. We komen op 135 meter diepte en de temperatuur is ongeveer 14 graden. We zien 1% van de totale mijn, kun je nagaan hoe groot het is. De gids vertelt ons de bijzonderheden van de mijn. De gangen van de mijn zijn in totaal 300 kilometer lang en ze bereiken een diepte van 327 meter. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de mijn door de Duitsers gebruikt als opslagplaats. Door het vocht dat uit de wanden wordt gedrukt en het zout opdroogt ontstaan er zogenaamde bloemkoolroosjes. Aan het plafond zien we druipers(stalactieten) die 1 cm per maand langer worden. De mijnwerkers waren erg religieus en er zijn dan ook diverse kapelletjes en zelfs een grote kerk in het zout uitgehakt. De mijnwerkers baden voordat ze aan het werk gingen minstens een uur. Aan de grote kerk heeft men meer dan 70 jaar gewerkt. Er zijn veel wandversieringen in het zout uitgehakt. Ook van de Poolse Paus staat er een beeld en zelfs de kroonluchters zijn van zout gemaakt.
Op 130 meter diepte is een restaurant waar we koffiedrinken en daarna gaan we met een claustrofobisch mijnliftje in hele korte tijd naar boven. Na 3 uur staan we weer buiten. We waren lekker warm gekleed en eenmaal in de buitenlucht slaat de hitte ons tegemoet. Vlug even omkleden en we gaan weer op pad. We rijden naar Oswiecim, dat door de Duitsers Auschwitz is genoemd en wereldwijd onder die naam bekend is. Daar komen we in de middag aan en we zoeken onze kampeerplaats. Het blijkt op het parkeerterrein van het kamp en we slaan hier onze tent uit. We informeren bij de toerist informatie over hoe en wat. We zitten in de schaduw bij onze auto, omdat we morgenochtend pas het kamp willen bezoeken.
Voor meer foto’s zie map 23. Poland in de Gallery.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten