Een plek waarvan iedereen zegt dat hij niet op ons lijstje mag ontbreken, maar we weten niet zo goed wat we ons ervan voor moeten stellen. Het is inderdaad verrassend, het plaatsje staat vol met kastelen en paleizen. Het is een heuvelachtig groen gebied, overal waar je kijkt zie je tussen de bomen de meest schitterende bouwwerken liggen. De fraaie ligging, de koelte van de heuvels en waterbronnen maakte Sintra tot hèt zomerverblijf van de Portugese koningen. Wij bezoeken Palácio Nacional, een opvallend paleis in het centrum van Sintra. Dit paleis staat bekend om z’n mooie plafonds. We ontdekken binnen dat de twee witte melkfles vormige torens die hoog boven het paleis uitsteken, de ovens van de keuken zijn! Het paleis is zo ingericht dat we een aardig beeld krijgen van het leven van destijds. Het grootste deel van het paleis stamt uit de 14e eeuw, gebouwd door koning João I. In de 16e eeuw werd het paleis uitgebreid met bouwsels en elementen in Moorse stijl, door koning Manuel I. Tot 1880 was het de zomerresidentie van de Portugese koninklijke familie. Interessant zijn ook de tegelmuren met 3D effect. 
We doen een mooie route via Palácio da Pena, een paleis in allemaal zoete kleuren dat in een schitterend park ligt. Ook zien we Castelo dos Mouros, oftewel een Moors kasteel en Montserrate, waar tegenwoordig een hotel in huist. We brengen een aantal uren door in Sintra. 
Dan rijden we weer terug naar de kust waar we in Guincho een camping vinden. Het is voor t eerst zwembroekweer, dus na het opzetten van de tent strijken we neer in de zon. Eef gaat nog even hardlopen, daar is tot nu toe nog niet zoveel van gekomen. Ons avondritueel na het eten is het bekijken en sorteren van de gemaakte foto’s en het bijhouden van ons verhaal voor het blog. Op deze camping is een eethuisje waar we aan een tafeltje neerstrijken. Vandaag staat Lissabon op ons programma, het is niet ver meer om er te komen. Eerst vullen we nog even de watertank bij, helaas past de slang niet op de kraan en het wordt dus een beetje een waterballet. We rijden via Cascais langs zee naar Lissabon, het is schitterend weer. Eerst zien we de Torre de Belém, een wachttoren aan de Taag uit begin 1500. 
De architect heeft zich bij de bouw laten inspireren door zijn reizen door Noord-Afrika, er zijn veel Moorse motieven zichtbaar. Vroeger stond de toren midden in de rivier, als wachtpost tegen piraten. Door veranderingen in de loop van de rivier, staat de toren tegenwoordig aan de rand van het water. In Lissabon heeft in 1755 een aardbeving gewoed waarbij veel van de stad vernield is. We starten bij Praca do Comércio, een schitterend entree van de stad. 
Hier was het koninklijk paleis, dat vernield werd bij de aardbeving.Het is nog vroeg, maar al ontzettend druk met toeristen. De Elevador de Santa Junta is natuurlijk een must. Het is een wat merkwaardig gebouw. 
De lift staat midden in de stad en brengt ons van de Baixa-wijk naar de 32 meter hoger gelegen Chiado wijk. Het karakteristieke gebouw uit 1900 is ontworpen door een leerling van Eiffel (die komen we nog al eens tegen). Boven gekomen lopen we op een platform waar het op verschillende plaatsen afzettingen zijn. Omdat je anders 32 meter snel naar beneden gaat, maar dan zonder lift. Gelukkig zijn ze hard aan’t renoveren! Vanaf de Castelo de Sao Jorge heb je mooi uitzicht over de stad, maar er staat zo’n lange rij om een kaartje te kunnen krijgen dat we dat we het kasteel laten voor wat het is. We hebben gister al zoveel moois in Sintra gezien. Er zijn een aantal mooie kerken en musea in Lissabon, maar we hebben meer behoefte om buiten te zijn. De straatjes in de wijk Baixa zijn fantastisch, zoals we ze uit films kennen. Kleine straatjes met veel trappen, hoge huizen, allemaal was buiten en stokoude vrouwtjes met geen tand meer in hun mond die uit het raam hangen. Hier kun je uren rondlopen, wat een heerlijke sfeer. 
We hebben even wat moeite om de route uit de stad te vinden. De GPS staat namelijk standaard op het vermijden van motor-en tolwegen, en raakt dus volkomen de kluts kwijt. Je kunt Lissabon alleen verlaten door de rivier de Taag over te steken en dat kan alleen via de snelweg. Even aangepast en nu vinden we t inderdaad snel. We rijden over de brug die genoemd is naar 25 April 1974, de dag van de Anjerrevolutie waarbij Portugal bevrijd werd van z’n dictatoriale bewind. 
We stoppen bij het kasteel in Palmela, omdat volgens het boek hier een camperplek zou moeten zijn. We vragen het bij de touristinfo en ze vinden het geen probleem als we voor de kasteelmuur neerstrijken. Vanaf hier hebben we schitterend uitzicht over de hele omgeving. Vooral het zicht richting Setúbal, waar een grote landtong is, is erg mooi. Morgen rijden we naar Arrifana, volgens kenners nog mooier dan de Algarve. Dat zou heerlijk zijn, we hebben wel behoefte aan een vrije dag – even niets hoeven bezoeken!Voor meer foto’s zie map 5. Portugal (in de Gallery)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten